wijwatervat met gedenkplaat Moederhuis Lokeren (nr:
M/2006/1666)
![]() |
• Collectie:
geboorte en doop, Lokeren, publiek
• Objectnaam:
wijwatervat
• Afmetingen:
203 x 138 cm
• Materiaal:
natuursteen, marmer
• Datering:
1933
Beschrijving:
neobarokke gedenkplaat oprichting moederhuis in witte steen met ronde boog bovenaan, boord met voluten onderaan en pilasters aan de zijkanten. in reliëf is, onder het wapenschild van de Stad Lokeren (raap en rooster) volgende tekst uitgekapt: "MOEDERHUIS "Stichting Elvire Boelens" in 1933 door de Commissie van Openbaren Onderstand verwezentlykt. Van Wymersch Fernand, Voorzitter. Bracke Cesar, De Hauwere Arthur, Gyssens Romain, Van der Straeten Bernard, Van de Voorde Georges, Van Winckel Emiel, Vervaet Theofiel, Leden. Vermeire, Leon, Ontvanger, Secr. De Maen, Hubert, Bouwmeester." Onder de plaat bevindt zich een halfrond zwart marmeren wijwatervat op een zware versierde voet. De pilasters van de gedenkplaat lopen langsheen het wijwatervat door tot op de grond.
GABRIELLA VAN CAENEGHEMSTRAAT
Gabriella Van
Caeneghem
Maakte de
oprichting mogelijk van de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen (1919).
Gabriëlla Maria
Catherina Van Caeneghem (1887-1958), later zuster Gabriël-Maria van het H.
Hart. Lerares
letterkunde in het middelbaar onderwijs. Eerste voorzitster van de
Katholieke
Vlaamse
Meisjesbeweging, bezielster van de Sinte-Lutgardisgilde.
Irma De Vuyst
eerste vrouwelijk gemeeenteraadslid van Lokeren (1921-1942)
LEONIE VAN MOERSTRAAT
Leonie Van Moer
eerste vrouwelijke universiteitsstudente van Lokeren
ANNA MARIA COGENSTRAAT
Anna Cogen

In
1928 kocht Anna Cogen van de familie Cock het “Hof ter Beuken”, gelegen in een
uitgestrekt park aan de Groendreef te Lokeren. Nijveraar Hubert Cock en zijn
echtgenote Virginie hadden het landhuis in 1920 gekocht van de oorspronkelijke
eigenaar en bouwheer George Schaetsaert. Hij was een telg uit een gegoede
Gentse familie, die in de jaren 1850, in de periode van de aanleg van de
spoorweg Antwerpen-Gent op de linker Durmeoever, het grote terrein had
aangekocht, er een villa had gebouwd en een tuin met parkallures had aangelegd.
George Schaetsaert had in 1914 de Gentse architect Prosper Alfred Buyck
opdracht gegeven een volledig nieuw landhuis te bouwen. Hij heeft er echter
nooit gewoond, en op 5 maart 1920 verkocht hij de onafgewerkte villa aan Hubert
Cock, die onmiddellijk werk maakte van de afwerking van het interieur. Of het
echtpaar Cock de villa ook effectief heeft bewoond, is door een gebrek aan
archiefstukken niet meer uit te maken.
Feit
is dat Anna Cogen, die na de Eerste Wereldoorlog de villa van George
Schaetsaert reeds had willen kopen, maar als gevolg van financiële perikelen
daarvan had moeten afzien, in 1928 de nieuwe eigenares werd van het “Hof ter
Beuken”. De stad Lokeren heeft het domein in 1976 aangekocht van haar dochter
en heeft er de academie voor muziek en woord in ondergebracht.
Anne-Marie
Cogen (1891-1962), soms “ La belle Anna ” genoemd, was een opmerkelijke vrouw,
die de leiding had over een van de belangrijkste haarsnijderijen van Lokeren,
aan de Heirbrug. Zij had talrijke internationale zakenrelaties, een groot
sociaal gevoel voor de minderbedeelden en een ruime kennissenkring, waartoe
heel wat schilders en beeldhouwers behoorden. Haar bewogen levensloop werd
uitvoerig beschreven door haar dochter Anne-Marie in het tijdschrift “De
Souvereinen” van de Heemkring van Lokeren (december 1994).
Na de
aankoop van het “Hof ter Beuken” heeft Anna Cogen nog de definitieve afwerking
moeten verzorgen.
Hoe zij
in contact is gekomen met Geo Verbanck, is niet meer geweten, maar hij kreeg de
opdracht voor een twee meter hoog bas-reliëf voor de linker zijgevel van de
villa. Het stelt de “Schone Kunsten” voor, uitgebeeld door een schaars geklede
man en vrouw met een harp.
In
het begin van de jaren 1930 kapte Verbanck het 80 cm hoge borstbeeld van Anna
Cogen in witte marmer en ook de kopjes van de beide dochters, Anne-Marie
(°1929) en Monique (°1931). Van hun oudere halfbroer Jean (°1909) maakte hij
een bas-reliëf als universiteitsstudent. Het borstbeeld van Anna Cogen staat in
de hal van Hof ter Beuken; de kopjes van de dochters bevinden zich bij
Anne-Marie en bij Monique zelf; het bas-reliëf van Jean bevindt zich in het
Stedelijk Museum van Lokeren.

Verbanck
kapte ook twee tuingarnituren in zandsteen in de vorm van een zittende vrouw
met aan haar voeten een hond, om aan weerszijden van de oprit naar het park te
prijken. Toen Anna Cogen in 1935 een ruime villa in Knokke liet bouwen, bracht
zij die tuinbeelden naar daar over.
In
1936 bood het personeel van haar haarsnijderij, de “Anciens Etablissements
Epouse P. Jacobs (A. Cogen)” haar een bronzen huldeplakket aan, dat werd
ingemetseld in haar kantoor. Ook dit werk van Geo Verbanck bevindt zich thans
in het Stedelijk Museum van Lokeren.

Het begon reeds in 1201 toen Ermentrude Utenhove , met familiesteun, een
eerste Maria-hospitaal voor de armen oprichtte bij de St-Michielskerk te
Gent (nadien ook nog het AZ Maria Middelares en het Bijlokehospitaal) , plaats
van huidig Pand. Om stabiliteit te verzekeren stichtte diezelfde Ermentrude ook
een kloosterorde Cisterciënzer-zusters in 1215, met zetel te Lokeren (nu nog
steeds Nonnenbos genoemd); die orde kreeg meteen het beheer van het hospitaal.
Deze gemeenschap verbleef daar slechts tot 1247, de ligging van het
klooster bleek immers niet bepaald ideaal, de bodem was er onvruchtbaar en
drinkbaar water voor handen hebben was een probleem. Er moest uitgekeken worden
naar een gunstigere vestigingsplaats. Deze werd gevonden in Heusden.
Eerste abdis was Margriet Utenhove, een zus van Ermentrude. Onder
haar leiding werden ook scholen opgericht te Lokeren met als eerste ‘Ouden
Bosch’ te Lokeren.
Familieleden van Utenhove liggen aan de basis van hospitalen en scholen
die nog altijd bestaan te Gent, leverden een groot aantal schepenen, meerdere
raadsheren in de Raad van Vlaanderen, humanisten en schrijvers. De familie had
op de Vrijdagmarkt te Gent een mooi 'Utenhovesteen' ( vernield om plaats te
maken voor 'Ons Huis') maar er waren ook Huizen Utenhove in de Volderstraat,
Onderbergen, Scheldestraat en Veldstraat. Ze waren 'erfelijke lieden' te Gent,
(beschouwd als oudste Gentse families) met specifiek adviesrecht.
Tot op heden zijn er in Nederland en Duitsland nog verschillende
families van adel die stammen uit deze boom.
Het wapenschild van de familie Utenhove.

Yvonne Waegemans
werd te Lokeren geboren op 29 maart1909. Toen zij drie jaar was, stierf haar
moeder in het kraambed. Haar vader herhuwde. Tijdens Wereldoorlog I verbleef
het gezin in Nederland.
Yvonne Waegemans liep school tot haar vijftiende en werd dan op eigen verzoek winkeldochter in een kruidenierszaak. In 1924 werd ze door een Lokerse firma aangeworven als hulpboekhoudster. Later werd ze boekhoudster, secretaresse en tenslotte bibliotecaresse bij het Ministerie van Nederlandse Cultuur.
Haar omvangrijk oeuvre bestrijkt verscheidene genres. In 1926 publiceerde ze haar eerste sprookjes en gedichten. Vanaf 1930 schreef ze jeugdtoneel. Later volgden ook poppenspelen en liedjes. Zij was een regelmatig medewerkster van o.a. "Averbode's Weekblad" en "Zonneland" en mag ontegensprekelijk aanzien worden als onze grootste en meest gewaardeerde sprookjesvertelster bij meerdere generaties.
Yvonne Waegemans overleed te Wilrijk op 1 januari 1991.
Yvonne Waegemans liep school tot haar vijftiende en werd dan op eigen verzoek winkeldochter in een kruidenierszaak. In 1924 werd ze door een Lokerse firma aangeworven als hulpboekhoudster. Later werd ze boekhoudster, secretaresse en tenslotte bibliotecaresse bij het Ministerie van Nederlandse Cultuur.
Haar omvangrijk oeuvre bestrijkt verscheidene genres. In 1926 publiceerde ze haar eerste sprookjes en gedichten. Vanaf 1930 schreef ze jeugdtoneel. Later volgden ook poppenspelen en liedjes. Zij was een regelmatig medewerkster van o.a. "Averbode's Weekblad" en "Zonneland" en mag ontegensprekelijk aanzien worden als onze grootste en meest gewaardeerde sprookjesvertelster bij meerdere generaties.
Yvonne Waegemans overleed te Wilrijk op 1 januari 1991.

Bibliografie:
* De ridder van O.-L.-Vrouw (Vlaams Filmke, jeugdverhaal, 1927)
* Het vruchtbare vogelnest (Vlaams Filmke, jeugdverhaal, 1928)
* Wat het hoedje vertelt (Vlaams Filmke, jeugdverhaal, 1929)
* Tony's kerstgeschenk (Vlaams Filmke, jeugdverhaal, 1930)
* De bewogen reis van Sint-Niklaas (jeugdverhaal, 1931)
* Ridder Guy en andere verhalen (jeugdverhalen, 1932)
* Perelierke en Ginneginneke (jeugdtoneel, 1932)
* De zwerftocht naar het geluk (jeugdtoneel, 1932)
* Piro en Harlekijntje (jeugdtoneel, 1933)
* De wonderbare parel (jeugdtoneel, 1934) (in 1959 omgewerkt heruitgegeven)
* De zonnige tocht (jeugdtoneel, 1935)
* Het lelijke eendje (jeugdtoneel, 1936)
* Wilde winde (poëzie, 1937)
* De kleine wever Johannes (jeugdtoneel, 1937)
* De toverladder (jeugdtoneel, 1937)
* Windewiekje en Flieflodderke (jeugdverhaal, 1939)
* De coloradokever (jeugdtoneel, 1942)
* Het kerstmeisje (jeugdtoneel, 1942)
* Bosmoedertje (jeugdtoneel, 1943)
* De kleine ree (jeugdverhaal, 1944)
* De sprookjesplant (jeugdverhaal, 1944)
* Windewiekje (jeugdverhaal, 1945)
* Almientje (jeugdtoneel, 1946)
* De fluwelen melodie (jeugdtoneel, 1947)
* Kleine blanke garve (poëzie, 1948)
* Wees barmhartig (poëzie, 1948)
* Maria's minnestreel (jeugdtoneel, 1948)
* Op die Gillegonne (jeugdtoneel, 1950)
* Het berkje op de kloostermuur (jeugdverhaal, 1950)
* Flieflodderke (jeugdverhaal, 1950)
* Het beertje Boelala (jeugdtoneel, 1951)
* Patjoepelke en de beer (jeugdverhaal, 1951)
* De blijde mare (jeugdverhaal, 1952)
* De dwaar der liefde (jeugdtoneel, 1952)
* Het beertje Boelala (jeugdverhaal, 1953)
* De kleine kantfee (jeugdverhaal, 1954)
* Trouwe Boelala (jeugdtoneel, 1954)
* Patjoepelke en de wondervis (jeugdverhaal, 1954)
* Wang de wijze vertelt (jeugdverhaal, 1955)
* Katlijne (jeugdtoneel, 1956)
* De oude hoed (jeugdverhaal, 1957)
* Patjoepelke en de bosreuzin (jeugdverhaal, 1957)
* Patjoepelke (jeugdtoneel, 1957)
* Eekhorens te koop (jeugdverhaal, 1958)
* Het bloemenmeisje (jeugdtoneel, 1958)
* Droom en dans (jeugdtoneel, 1959)
* Het zingende hart (?, 1966)
* Fladderveertje (?, 1967)
* Als mijn kindje niet wil slapen (?, 1969)
* Patjoepelke en zijn vriendjes (jeugdverhaal, 1976)
* Patjoepelke, lieve tovenaar (jeugdverhaal, 1977)
* Patjoepelke en de boze paddestoel (jeugdverhaal, 1978)
* Patjoepelke en Pietje Platzak (jeugdverhaal, 1978)
* Patjoepelke, vertel me nog wat (jeugdverhaal, 1978)
* Fei en het spook (jeugdtoneel, 1982)
* De wondere perel (?, 1982)
* Ten het bloemenvadertje (jeugdtoneel, 1984)
* Sprookjes (1984)
* Avanti Joeli! (jeugdtoneel, 1986)
* De kleine vier (jeugdtoneel, 1988)
* Patjoepelke, het goudmannetje (jeugdverhaal, 1988)
* De tijger (jeugdtoneel, 1989)
* Het vruchtbare vogelnest (Vlaams Filmke, jeugdverhaal, 1928)
* Wat het hoedje vertelt (Vlaams Filmke, jeugdverhaal, 1929)
* Tony's kerstgeschenk (Vlaams Filmke, jeugdverhaal, 1930)
* De bewogen reis van Sint-Niklaas (jeugdverhaal, 1931)
* Ridder Guy en andere verhalen (jeugdverhalen, 1932)
* Perelierke en Ginneginneke (jeugdtoneel, 1932)
* De zwerftocht naar het geluk (jeugdtoneel, 1932)
* Piro en Harlekijntje (jeugdtoneel, 1933)
* De wonderbare parel (jeugdtoneel, 1934) (in 1959 omgewerkt heruitgegeven)
* De zonnige tocht (jeugdtoneel, 1935)
* Het lelijke eendje (jeugdtoneel, 1936)
* Wilde winde (poëzie, 1937)
* De kleine wever Johannes (jeugdtoneel, 1937)
* De toverladder (jeugdtoneel, 1937)
* Windewiekje en Flieflodderke (jeugdverhaal, 1939)
* De coloradokever (jeugdtoneel, 1942)
* Het kerstmeisje (jeugdtoneel, 1942)
* Bosmoedertje (jeugdtoneel, 1943)
* De kleine ree (jeugdverhaal, 1944)
* De sprookjesplant (jeugdverhaal, 1944)
* Windewiekje (jeugdverhaal, 1945)
* Almientje (jeugdtoneel, 1946)
* De fluwelen melodie (jeugdtoneel, 1947)
* Kleine blanke garve (poëzie, 1948)
* Wees barmhartig (poëzie, 1948)
* Maria's minnestreel (jeugdtoneel, 1948)
* Op die Gillegonne (jeugdtoneel, 1950)
* Het berkje op de kloostermuur (jeugdverhaal, 1950)
* Flieflodderke (jeugdverhaal, 1950)
* Het beertje Boelala (jeugdtoneel, 1951)
* Patjoepelke en de beer (jeugdverhaal, 1951)
* De blijde mare (jeugdverhaal, 1952)
* De dwaar der liefde (jeugdtoneel, 1952)
* Het beertje Boelala (jeugdverhaal, 1953)
* De kleine kantfee (jeugdverhaal, 1954)
* Trouwe Boelala (jeugdtoneel, 1954)
* Patjoepelke en de wondervis (jeugdverhaal, 1954)
* Wang de wijze vertelt (jeugdverhaal, 1955)
* Katlijne (jeugdtoneel, 1956)
* De oude hoed (jeugdverhaal, 1957)
* Patjoepelke en de bosreuzin (jeugdverhaal, 1957)
* Patjoepelke (jeugdtoneel, 1957)
* Eekhorens te koop (jeugdverhaal, 1958)
* Het bloemenmeisje (jeugdtoneel, 1958)
* Droom en dans (jeugdtoneel, 1959)
* Het zingende hart (?, 1966)
* Fladderveertje (?, 1967)
* Als mijn kindje niet wil slapen (?, 1969)
* Patjoepelke en zijn vriendjes (jeugdverhaal, 1976)
* Patjoepelke, lieve tovenaar (jeugdverhaal, 1977)
* Patjoepelke en de boze paddestoel (jeugdverhaal, 1978)
* Patjoepelke en Pietje Platzak (jeugdverhaal, 1978)
* Patjoepelke, vertel me nog wat (jeugdverhaal, 1978)
* Fei en het spook (jeugdtoneel, 1982)
* De wondere perel (?, 1982)
* Ten het bloemenvadertje (jeugdtoneel, 1984)
* Sprookjes (1984)
* Avanti Joeli! (jeugdtoneel, 1986)
* De kleine vier (jeugdtoneel, 1988)
* Patjoepelke, het goudmannetje (jeugdverhaal, 1988)
* De tijger (jeugdtoneel, 1989)
GABRIELLA VAN CAENEGHEMSTRAAT
Gabriella Van
Caeneghem
Maakte de
oprichting mogelijk van de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen (1919).
Gabriëlla Maria
Catherina Van Caeneghem (1887-1958), later zuster Gabriël-Maria van het H.
Hart. Lerares
letterkunde in het middelbaar onderwijs. Eerste voorzitster van de
Katholieke
Vlaamse
Meisjesbeweging, bezielster van de Sinte-Lutgardisgilde.